Bosschaerts - Persyn Genealogical research - Documenten
Genealogie
|
Jules
Persyn werd te Wachtebeke geboren op 20 april 1878.
Na zijn middelbare
studies ging hij wijsbegeerte studeren te Rome. Na een tweetal jaren gaf
hij dit echter op.
Aan de Leuvense universiteit promoveerde hij in 1902 in de Germaanse filologie.
Hij werd dan in 1905 docent aan de Katholieke Hogeschool voor Vrouwen
en in 1909 aan het Hoger Handelsinstituut te Antwerpen.
Hij nam de leiding op zich van "Dietsche Warande en Belfort"
en werd hoogleraar aan de Gentse universiteit.
Tijdens de eerste wereldoorlog vestigde hij zich eerst in Engeland, daarna
in Nederland.
In 1918 werd hij als hoogleraar ontslagen.
Na eerherstel werd hij hoogleraar
in de letteren en wijsbegeerte.
|
Persyn werd in de eerste plaats bekend om zijn schitterende essays en
biografische schetsen (of beter gezegd "standaardwerken"),
o.a. over
O.K. De Laey (1910) en A. Snieders (1925-26).
Werkverslaafd als hij was, kwam hij in een zware depressie terecht.
Jules Persyn kwam op ongelukkige wijze om het leven te Broechem op 10
oktober 1933.
Zijn lichaam werd gevonden in de regenput aan zijn woning. |
|
Bibliografie van Jules Persyn (1878-1933):
- Electra (1903)
- Menschen boeken (1907)
- De psychologie
van het woord (?)
- Over letterkunde (1907)
- L. Van Deyssel,
O.K. De Laey (1910)
- De Noorweegsche
letterkunde (1911)
- Kritisch kleingoed (1910-1914, 2 delen); deel 1:
Nederland en deel 2:
Vlaanderen
- Ons toneel
te Antwerpen (1912)
- Dr. Schaepman (1912-1916-1926, 3 delen)
- Kiezen, smaken,
schrijven (1912)
- A glance at
the soul of the Low Countries (1916, en in 1936 vertaald in het Nederlands)
-
Kijkjes op
de letterkunde van elders: Noorwegen (?)
- Aestethische
verantwoordingen (1925)
- A. Snieders
en zijn tijd (1925-1926, 3 delen)
- A. Snieders (redevoering, 1925)
- Gedenkdagen (1926-1927, 2 delen)
- Hendrik Ibsen (1928-1929, 2 delen)
- A. Steenhoff-Smulders
en M. Koenen (1931)
- Studiën
en lezingen (1931-1932, 2 delen)
Jules Persyn werd met grote rede en onder massale belangstelling op het kerkhof van Broechem begraven. Zijn collega's Herman Teirlinck, Jozef Muls en August van Cauwelaert spraken een grafrede uit, waarin ze hem prijsden als een auteur van wereldklasse. Een paar jaar later kreeg hij een gedenksteen op zijn graf, en aan zijn geboortehuis in Wachtebeke hangt er een plaquette. Door Broechem slingert er een wandelpad dat zijn naam draagt. Er is een Jules Persynstraat, maar vele mensen weten niet meer wie Persyn was. Zijn werk verdween als het ware uit de geschiedenis.
Niet zo verwonderlijk want de man stierf al op 55 jarige leeftijd.
Hij werd beschouwd als de literaire leermeester van de katholieke intellectuelen.
Zoon Jan Persyn, emirentius, schreef een biografie van zijn vader:
"Jules Persyn 1878-1933:
Een slachtoffer van arbeidsdrift en politieke onwil; tevens bescheiden gezinskroniek".
Jan Persyn kon de publicatie niet meemaken, daar hij spijtig genoeg overleed in 2001.
Het werk verscheen later in 2001 bij de stichting Maria-Elisabeth Belpaire vzw.
En is ondertussen in herdruk. |
In 2004 werd er ter nagedachtenis van de literair criticus Jules Persyn een schitterend koperen borstbeeld gemaakt, dat een ereplaats kreeg aan het gemeentehuis van Broechem.
Frans Boenders, lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Kunst, schetste het leven van Jules Persyn met rake bewoordingen.
Jules' zoon Jef Persyn mocht de leeuwenvlag wegtrekken tijdens de inhuldiging op 17 oktober.
Het beeld is een kopie van het exemplaar dat Ernest Wijnants maakte en dat zich bevind in het Mechelse museum Hof van Busleyden.
|
|
Artikel uit "Ons Volk"
Prof. Dr Julius Persyn.
Gepubliceerd op 10 februari 1912
Waarde redactie, Ge wilt in Ons Volk het portret plaatsen van Julius Persyn? Uitstekend.
En ge wilt dat ik bij zijn portret een bladzij "biographie" zou schrijven?
Ik wil alles doen wat ge verlangt, maar niet het onmogelijke. Julius Persyn is mijn goede vriend, maar zijn "biographie" ken ik niet.
Evenwel, om u niet helemaal teleur te stellen raadpleeg ik de voortreffelijke bloemlezing van Pater Bauwens en deel u daaruit mede dat "Julius Persyn", één onzer beste Vlaamsche critici, den 20en April 1878 geboren werd te Wachtebeke, in Oost-Vlaanderen, waar zijn vader, een volle neef van Am. De Vos (Wazenaar), handelaar en gemeenteontvanger was.
Vader ontwikkelde in het kind den trek naar wiskunde, grootvader den leeslust; een bekwaam onderwijzer gaf hem les in het Fransch, de onderpastoor leerde hem de beginselen van het Latijn. Zoo gevormd trok Julius naar het College te Lokeren, dan te Eecloo, stond zijne studiejaren door aan het hoofd zijner klas, en dacht eerst geroepen te zijn tot den priesterlijken staat. Welhaast nochtans, ging hij naar Leuven, kwam er onder den invloed van Monseigneur Mercier, de Prof. Vliebergh, Scharpé, Colinet, in intieme betrekkingen met De Laey, Dosfel, G. Gezelle, en promoveerde in 1902.
Na een tijd een bediening vervuld te hebben aan het ministerie van Binnenlandsche zaken (1902) en in de Kamer (1904) werd hij tot leeraar benoemd in 't Hooger Handelsinstituut en in 't Gesticht voor Juffrouwen, te Antwerpen (1909). Ik voeg er bij dat hij nog géén Ridder is in de Leopoldsorde, dat de Vlaamsche Academie zich nog niet vereerd heeft met zijn lidmaatschap, maar darentegen heeft minister Poullet hem voor enkele dagen waardig gekeurd Professor De Vreeze op te volgen als leeraar in 't Nederlandsch aan de Handelsschool te Gent - en die keuze is de beste die hij doen kon.
En nu wil ik gaarne zeggen wat ik wèl weet van Dr. Persyn. Ik weet dat ik, die anders met mijn bewondering niet te koop loop, niet waar? dat ik hem oprecht bewonder. En wat meer is, ik kan u zeggen waarom. Ik bewonder hem om zijn wil tot werken, om zijn werkkracht. Ik heb met hem te Leuven op de germanistische banken gezeten en ik kan getuigen wat hij op die banken heeft verricht. Hij heeft er gewerkt als niet een. Uit de bibliotheek was hij niet uit. Ik geloof dat hij al de boeken gelezen en geplunderd heeft die er staan; Nederlansche, Duitsche, Engelsche. Hij las al de tijdschriften waar hij aan of bij kon. Hij wist alles, vooral in de letterkunde. Hij was onze vraagbaak, onze encyclopedie. Onder leiding van Professor Scharpé maakte hij een proefschrift over ons Vlaamsch Tooneel sedert '30. Al onze tooneelstukken, honderden, heeft hij gelezen, beschreven en beoordeeld. Een ruezenwerk! En een vervelend werk! Het resultaat ligt in zijn lade. Hij was een der ijverigste leden van "Met Tijd en Vlijt" en een van zijn knapste "schrijvers".
Dat is nu tien jaar geleden. Maar Persyn heeft zich sedertdien niet gebeterd; hij heeft meer gewerkt en gelezen dan ooit. Dat kunt ge zien in "Dietsche Warande en Belfort" van welk tijdschrift hij sinds enkele jaren de geest en de ziel is, de sekretaris en de liefst gelezen medewerker. Persyn is onvermoeibaar. Andere menschen krijgen eens een neurasthenie. Hij niet... Op dien kerel snijden geen messen. Hij is zoo taai als een kattestaart.
Waar moet dat heen als hij zoo voortgaat? Van nu af zou de lijst van al zijn geschriften een heel "Warande" nummer vullen. Ik wil niet aan 't optellen gaan; dat ware een onvoltooibaar werk. Alleen geef ik te bedenken dat hij op dit oogenblik, terwijl hij lessen geeft en zijn "Warande" volkroniekt, nog tijd vindt om in "Het Centrum" zijn standaardwerk te plaatsen over Schaepman, in "Ons Volk" kijkjes te geven op de Letterkunde van elders, in de Hoogeschooluitbreiding een Verhandeling te drukken over de Noorweegsche Letterkunde en voor Hoogstraeten de gedichten en 't proza van Schaepman te bloemlezen en toe te lichten. Ik meen dat er thans in ons landje geen tweede is die zoo thuis is in de wereldletterkunde als Persyn. Nu, nog meer dan toen we studiemakkers waren, is hij een levende letterkundige encyclopedie.
Ik bewonder hem om den omvang, maar ook om het gehalte van zijn werk. Daarin ben ik niet alleen. Al wie maar één bladzijde van hem leest, doet dat. Want zijn slechtste bladzijde is nog 't lezen waard. Ook daar nog blijkt zijn beginselvastheid, zijn onschokbare katholociteit, zijn geestdrift voor waarheid en schoonheid, zijn smaak en zijn kunstzin, zijn meesterschap over de taal en de schittering van zijn stijl. Wel terecht noemt Pater Bauwens hem "één onzer beste Vlaamsche critici". Ala dusdanig is hij gewaardeerd tot buiten onze grenzen. Het katholieke Holland schat hem even hoog als het katholieke Vlaanderen... Ook niet-katholieken; ik meen te weten dat zelfs Van Deyssel, die door Persyn nochtans niet bewierookt werd, aan Persyn zijn eregroet bracht.
Terloops gezegd: 't ware te wenschen dat Dr. Persyn er eindelijk eens toe overging zijn letterkundige opstellen te bundelen en die zoodoende in 't bereik te stellen van iedereen. Hij zou er velen een dienst mee bewijzen.
Hoe ik hem bewonder om zijn edel karakter en zijn gouden hart zal ik maar niet aan de groote klok hangen; hij maakt zich wel nooit kwaad, maar ge kunt nooit weten of hij 't dan niet zou doen. En dan was ik het kind van de rekening.
Hij moge ons nog lange jaren met zijn schriften verheugen.
J. De Cock
|
Enkele
hyperlinks of referenties:
|
|